benedenverdieping

Dhr van Stekelenburg was molenaar van “de Raaf” (nu de Nijverheid genaamd). In 1888 liet hij voor personeel van de molen vier huisjes bouwen. Een korte woon- werkafstand was aantrekkelijk, want een molen moet malen als er voldoende wind is, ongeacht het uur van de dag of de nacht. De huizen zijn inmiddels rijksmonumenten geworden omdat ze de sociaal-economische ontwikkeling van die tijd uitdrukken, te weten “de stichting van arbeiderswoningen”. Een zeldzaam voorbeeld van eenvoudige arbeiderswoningen.

De voorgevel op de “begane grond” doet kleine huisjes vermoeden, maar het zijn “split-level” woningen. De achterzijde van de huizen is tweelaags. Zie de architectonische schets van dhr Cobben uit het boek “Ondersteboven“over Ravensteinse kelders. De huizen hebben bewoonbare zolders en waren daardoor in hun tijd ruim bemeten arbeiderswoningen.

De pui -en de stortluiken naar kolen of aardappelkelders- liggen tegen de verhoogde Landpoortstraat. De laaggelegen delen van de woningen zijn gebouwd op de gedempte vestinggracht. Aan de overkant van de straat is aan de laaggelegen tuin nog te zien waar die gracht verder liep.
Pas omstreeks 1975 kregen de “huisjes onder de Boomkes” een eigen achtertuin.







Bron; monumenten.nl, ravensteinsefotodagen 2006 en “Tussen Maas en Erfdijk“(het blad van de Heemkundekring) en “Ondersteboven”.

  TIR  en Heemkundekring